Een zieke – niet inzetbare – dokter: het gedeelde schrikbeeld van alle dokters, patiënten, bestuurders en verzekeraars (hebben ze toch nog iets waar ze het wél over eens zijn). Een situatie met alleen maar verliezers. Lijkt mij reden genoeg om hier prioriteit aan te geven. En toch wordt dat in mijn ogen onvoldoende gedaan.
Ziekte bij artsen is ongewenst, het hoort niet. Wij horen er altijd te zijn, het altijd te doen. Want wie moet het anders doen? Regelmatig zie ik zieke collega’s aan het werk. En als ze in quarantaine moeten, dan werken ze thuis door. En zijn er nog trots op ook.
We zien onszelf graag als een onbegrensde onuitputtelijke superheld voor wie geen uitdaging te groot is. De dokter is ziekte de baas, ook bij zichzelf. Madness.
En dan is er ook nog het enorme verantwoordelijkheidsgevoel. Ik heb het zelf ook. Omdat we weten dat er niemand is om onze taken op te vangen; en de zorg draait altijd door.
Fysiek ziek zijn is nog acceptabel (‘kun je niks aan doen’), maar als er sprake is van overspannenheid of anderszins psychische problematiek, dan doen we er net zo ongemakkelijk over als bij onze patiënten met ‘lichamelijk onverklaarde klachten’. Een longontsteking of een gebroken pols, daar kunnen we wat mee. Maar mensen met psychosociale klachten werken we het liefst zo snel mogelijk de spreekkamer weer uit: klusje voor de huisarts, psycholoog of maatschappelijk werker. Mij niet bellen.
Analoog hieraan wordt een overspannen collega al snel bestempeld als ‘beperkt belastbaar’ of ‘niet geschikt’. Hij of zij krijgt een coach om ‘aan zichzelf te werken’, maar er wordt niet gekeken naar de werkomstandigheden die tot de overspannenheid hebben geleid: ‘je bent arts of je bent het niet’.
Ik vraag me dikwijls af of we hier met zijn allen gelukkige en leuke mensen van worden. Een beetje begrip en erkenning zouden al veel verzachten. Werkplezier en vitaliteit zijn steeds ondergeschikt geweest aan productiviteit en aanzien. Dat mag wat mij betreft per direct veranderen. Ik ben liever een dokter mét grenzen en ben daarom onwijs blij dat ik beperkt belastbaar ben, een handicap die ik elke dokter gun.