Laatst gaf ik onderwijs aan een groep vierdejaars geneeskundestudenten. Zij stonden op het punt om te beginnen aan hun coschappen. Toen ik vijf minuten voor het einde vroeg of er nog vragen waren was er één dame die zei: “heel ander onderwerp, weet niet of je dit ook wilt beantwoorden, maar … hoeveel uur werk jij?”

Omdat het prikken van infuusnaalden inmiddels heel goed ging en ik het belangrijk vind dat mijn collega’s een realistisch beeld van hun toekomstige baan hebben, ging ik hierop in en vertelde dat ik in principe 40 uur in vier dagen werk. Parttime dus. Dat leidde tot veel verbazing. Deze groep van acht coassistenten die al ruim drie jaar studie achter de rug had, wisten niet dat het mogelijk was om parttime te werken, al hoewel het natuurlijk wel een fulltime “normale” baan is. In een notendop vertelde ik ze over de inhoud van mijn werk, inclusief neventaken. Aan de ene kant waren ze blij dat je parttime kon werken, aan de andere kant waren ze teleurgesteld over de hoeveelheid werk in eigen tijd en de uiteindelijke hoeveelheid uren die ik per week werk. ‘Het is allemaal een keuze’ voegde ik er nog aan toe, maar dit had weinig effect. 

Ik was op mijn beurt vooral verbaasd over het feit dat deze groep jonge dokters geen flauw benul had van hoe hun werk er in de toekomst uit kan zien. Hun reactie is ook tekenend voor de huidige generatie geneeskundestudenten en jonge dokters. Waar ‘mijn’ generatie onwijs haar best doet om het oude en nieuwe met elkaar te verbinden, en zich daarbij dikwijls in een spagaat bevindt, is de nieuwe generatie radicaler. Zoals een oudere collega zei: ‘ze doen het gewoon niet meer’.

De ziekenhuizen hebben grote moeite om ANIOS (artsen niet in opleiding tot specialist) te vinden om de diensten en het zaalwerk te doen. Het aantal artsen dat in opleiding gaat tot specialist of huisarts neemt af. Die dokters zijn er wel, maar ze willen het niet meer doen. Ze maken andere carrierèkeuzes en beginnen vaak niet eens meer aan de carrièrepaden die decennialang mainstream zijn geweest. Daarvoor zijn verschillende verklaringen, zoals ook genoemd in dit artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Kortweg gaat het om de beperkte banengarantie voor medisch specialisten, de alsmaar toenemende werk- en regeldruk en vooral: de wens tot een andere werk-privébalans.

De werkcultuur in ons zorgsysteem raakt in een negatieve spiraal. Het ouderwetse systeem waarin ervan uitgegaan werd dat je ‘arts bent’ in plaats van ‘als arts werkt’ sluit niet meer aan bij de hedendaagse wensen en maatschappelijke normen. Waar arts-zijn vroeger gezien werd als een roeping, is het nu werk. De huidige generatie is steeds minder bereid om de concessies en offers die daarbij horen te doen. Hun baan staat niet meer op één, ze wensen tijd voor zichzelf en willen ook ‘uit’ kunnen staan. In mijn ogen hele gezonde en reële wensen. Het huidige systeem en de mensen die nu in dit systeem werken faciliteren dit echter nog niet. Artsen van de oude stempel spreken van gebrek aan ambitie, passie en inzet. De jongere generatie spreekt van disbalans in werk en privé, behoefte aan flexibiliteit en een ongezond werkklimaat. Door de toenemende tekorten aan arts-assistenten, de toenemende zorgvraag & -complexiteit en de alsmaar stijgende regeldruk wordt het probleem alleen maar groter. De dokters in het systeem krijgen het steeds drukker, er komen negatieve signalen uit het systeem en de jonge dokters worden verder afgeschrikt.

Een simpele oplossing voor dit probleem is er niet, maar ligt in mijn ogen in het zoeken naar verbinding. Verbinding tussen het oude en het nieuwe, tussen generaties en tussen wensen & mogelijkheden. Door naar elkaar te luisteren, elkaars wensen en visie te respecteren en te zoeken naar gedeelde belangen moet het mogelijk zijn dit systeem te hervormen. Dat is een vorm van collegialiteit naar onze toekomstige en huidige collega’s en vooral ook naar onszelf. Uiteindelijk zijn we allemaal gebaat bij een gezonder systeem: de arts in hart-en-nieren heeft collega’s en een opvolger nodig en de jonge dokter wil een leuke baan die met een goede werk-privébalans. Ik hoop dat we samen de brug kunnen slaan naar een gezondere gezondheidszorg.

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *