Je bent 38 en je hebt een puberzoon die je alleen opvoedt. Je hebt een boel ellende meegemaakt. Je hebt een veeleisende baan. En ook nog suikerziekte. Je werd verwezen omdat je diabetes niet goed te regelen viel. Ons eerste consult verliep moeizaam. Je had een enorme muur van wantrouwen en ambivalentie om je heen. Eigenlijk mocht ik me nergens mee bemoeien. Maar je wilde er over 20 jaar ook nog zijn voor zoon, dus ‘moest je wel meewerken’. En daarmee was de toon gezet. 

Je kon dit gedoe er eigenlijk niet bij hebben. Je was moe, had veel lichamelijke klachten en niemand had er ooit wat aan kunnen doen. Je was 20 kilo te zwaar, rookte en had eetbuien. En je wist ook wel dat dat niet goed was voor je gezondheid, maar soms had je dat gewoon nodig. Ik deed mijn best, bood je de gecombineerde leefstijlinterventie aan, of een consult bij de diëtist, maar daar moest je niks van weten. Hulp van maatschappelijk werk of een psycholoog wees je af. En van het roken moest ik al helemaal afblijven.

Dus zijn we gestart met medicatie waarvan ik zowel een positief effect op je gewicht als op je diabetes verwachtte. De eerste weken waren hels, je had veel klachten, maar wilde volhouden. Eigenlijk verbaasde je me; ik had verwacht dat je op zou geven, maar je hield stug vol. Binnen drie maanden was je diabetes goed geregeld, en na zes maanden was je 15 kilo kwijt. Elke keer vroeg ik je: is het je nog waard? En jij wilde door, want het werkte en je klachten werden elke keer wat minder.

Maandag kwam je weer op mijn poli, een half jaar na onze kennismaking. Ik haalde je uit de wachtkamer en gaf je terug dat je er goed uit zag. Je keek me niet aan en mompelde wat. Eenmaal binnen in de spreekkamer vroeg ik hoe het met je ging. Jij zei meteen: “ik had iets met je moeten overleggen, ik weet dat we dat hebben we afgesproken, maar ik heb het niet gedaan”. 

Je was een maand geleden met je medicatie gestopt omdat je door menstruatieklachten veel buikpijn had en de bijwerkingen – die je altijd hebt op de eerste dag na de injectie – er niet kon bij kon hebben. En dat je trouwens ook het roken aan het minderen was. Het was daarom even te veel. En stiekem hoopte ook dat na het stoppen van de medicatie de moeheid beter ging. Maar dat was niet zo. “Die moeheid, dat ligt niet aan jouw medicatie, het zit gewoon in mij” zei je. Je voelde je schuldig dat je mij niks gezegd had en had enorm last van eetbuien sinds je gestopt was. “Het gaat alleemaal nog niet zo goed”, zuchtte je. 

Ik bedankte je voor je eerlijkheid en zei dat ik trots op je was. Je keek verbaasd op, eindelijk hadden we oogcontact. Dit had je niet verwacht. 

Ik vond het heel goed wat je gedaan had: je eigen grenzen bewaakt, uitgeprobeerd of je moeheid met de medicatie te maken had én besloten te stoppen met roken. En dat je diabetes nu even wat minder geregeld was, daar vinden we wel een oplossing voor. 

Je begon te lachen. Je gaf toe dat je wel besefte wat je allemaal bereikt had het afgelopen half jaar, en dat je daar inderdaad best trots op mocht zijn, maar dat je het moeilijk vond dat over jezelf te zeggen.

Met een glimlach liep je de prikpost voorbij, die bloedprik bewaren we voor de volgende deze keer.

Aysa laat zien waarom kwetsbaarheid zo krachtig is en waarom investeren in een goede behandelrelatie zo belangrijk is. Ze heeft mij geleerd minder te oordelen, me flexibeler op te stellen en vooral goed te luisteren. Mensen als Aysa maken werken in de zorg zo leuk en haar verhaal laat zien waarom een holistische visie helpt bij het leveren van passende zorg.

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *