Op mijn 15e besloot ik arts te worden. In 2008 startte ik met de opleiding geneeskunde. Ik vermoedde toen al dat ik internist wilde worden en tijdens de opleiding werd dit bevestigd. In 2014 rondde in de opleiding af en was ik arts. Direct daarna startte ik mijn promotie-onderzoek en in 2017 solliciteerde ik voor de opleiding tot internist en werd aangenomen. Mijn differentiatieplek voor vier jaar later had ik toen al geregeld. Mijn promotie deed ik vanaf dat moment naast de opleiding. In 2020 verdedigde ik succesvol mijn proefschrift. Tijdens het laatste jaar dat ik aan mijn proefschrift werkte, begon ik te twijfelen. Is dit het nou? Ik maakte belachelijke werkdagen en werk was altijd mijn eerste prioriteit. Tijdens de afrondingsfase van mijn proefschrift realiseerde ik me hoeveel ik had opgeofferd voor mijn werk, maar dat de langverwachte beloning eigenlijk uitbleef. Mijn hoofd was vol en draaide altijd door. Ik was goed in wat ik deed, gemotiveerd en gedreven. Ik schreef goede artikelen, was lief voor mijn patiënten, maar hard voor mezelf en mijn naasten. Ik wist het niet meer. Maar ik voelde wel dat ik het anders wilde doen. 

Ik heb toen meer afstand van de kliniek genomen door de keuze van mijn stages. Hierdoor kreeg ik ineens meer vrijheid en hield ik me met andere medische zaken bezig dan de kliniek. Dat gaf veel inzicht. Met name het geven van onderwijs vond ik onwijs leuk en ik ben er goed in. En na een paar maanden merkte ik ook dat ik de kliniek miste, het patiëntencontact met name. Ik heb daarom besloten om me daar meer op te focussen. Ik ben gestart met de basiskwalificatie onderwijs (BKO) om mijn onderwijsvaardigheden verder te ontwikkelen en ik ben gaan onderzoeken wat ik nu zo leuk vind aan de patiëntenzorg, en wat me eerder had doen twijfelen. Het leuke aan de zorg vind ik dat je wat voor iemand kunt betekenen, het samenwerken, de verbinding en het bijdragen aan iemands gezondheid en geluk. Waar ik op leegliep was de werkdruk en de ‘draaideurpatiënten’: mensen die vastzitten met hun probleem, elke keer weer terugkomen en met wie je geen centimeter verder komt.  

Wat ik lastig vind aan het ‘reguliere’ systeem zoals we dat nu kennen is dat het vrij reactief is, en weinig ruimte laat voor preventie en holistische zorg. Dat voelt voor mij als dweilen met de kraan open en is in mijn ogen ook één van de oorzaken van het huidige zorginfarct. De zorg die wij nu leveren sluit niet goed aan op wat mensen nodig hebben én een groot deel van onze gezondheidsproblemen zijn te voorkomen door een gezonde leefstijl. Die holistische visie, dat is (natuurlijk niet ;)) toevallig ook een speerpunt van het ziekenhuis waar ik nu werk, dus dat kwam weer mooi samen. 

Sinds dat moment van reflectie geef ik dus meer onderwijs én ben ik bezig om me verder te ontwikkelen in de holistische en preventieve zorg. En de opleiding die daar perfect op aansluit is de opleiding tot arts integratieve en leefstijlgeneeskunde.

De meeste patiënten waarderen mijn holistische aanpak, ook al werk ik inhoudelijk ‘gewoon’ volgens de reguliere geneeskunde: ze voelen zich gezien en gehoord als persoon doordat ik breder kijk en luister en daarnaast veel aandacht besteed aan leefstijl. Ik hoop daarmee, samen met de patient, beter te kunnen doordringen tot de kern van het probleem. Door de preventieve adviezen probeer ik nieuw probleem of een herhaling van hetzelfde probleem voorkomen. En dat zal in de toekomst zorgen voor minder ‘draaideurpatiënten’. De werkdruk pak ik aan door mijn grenzen beter aan te geven, meer rust op te zoeken én door bewustwording te creëren door erover te praten en te schrijven (en zo de zorg te veranderen van binnenuit). Deze manier van werken brengt me zoveel meer plezier en voldoening. En dat is waarom ik dit doe.

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *