De laatste maanden neemt de druk op de zorg sterk toe: het zorginfarct is breeduit in het nieuws geweest. Het wordt steeds duidelijker dat het huidige systeem in toenemende mate disfunctioneert en dat verschillende patiëntengroepen daarvan op dit moment hinder en gezondheidsschade ondervinden. Het gaat om leveringsproblemen met medicatie, onhoudbare wachtlijsten, beperkte toegang tot zorg voor kwetsbare groepen en toenemende eigen (financiële) bijdragen.

Aan de andere kant komen er ook zorgelijke signalen naar buiten van de zorgverleners zelf die onder de huidige omstandigheden hun werk niet meer goed kunnen uitvoeren, overbelast zijn of gevaarlijke situaties signaleren.

Ook bij ons loopt de druk op. Doordat de zorg niet mag groeien mogen wij geen nieuwe artsen aannemen terwijl het aantal artsen in opleiding tot internist (AIOS) terugloopt (in opdracht van de overheid). Eerder waren er vier tot zes ouderejaars AIOS; inmiddels ben ik de enige. Omdat AIOS officieel productieneutraal zijn, worden uitstromende AIOS niet vervangen. In de onofficiële bedrijfsvoering is mijn ‘productie’ echter 35 uur zelfstandige patiëntenzorg per week tegenover twee uur supervisie. Ik draag de poliklinische zorg voor minimaal tweehonderd mensen, superviseer artsen in opleiding, doe vijf dagdelen per week de klinische consulten en ben dan tevens telefonisch bereikbaar als eerste aanspreekpunt. Daar komen mijn diensten en neventaken nog bij. Oordeel zelf of dat productieneutraal is. En omdat patiënten niet verdwijnen als hun arts dat doet, moeten we dezelfde productie leveren met minder artsen.

Ik krijg daarom de opdracht om cleaner te werken: alleen doen wat medisch noodzakelijk is. Wat inhoudt dat ik mensen zo min mogelijk zie, de begeleiding tot het minimale beperk en me niet bezighoudt met allerlei randzaken. Deze ‘extraatjes’ kan de afdeling namelijk niet declareren, en dus is er geen tijd voor.  Denk dan aan:

  • Bloedbepalingen voor een andere arts meeprikken als iemand op mijn poli bloed prikt, om een extra bloedprik enkele dagen later te voorkomen; 
  • In plaats van patiënten te verwijzen, zelf te overleggen met andere zorgverleners om vervolgens deze acties in te zetten;
  • En de belangrijkste: even bellen om te vragen hoe het gaat. Gewoon even luisteren, desgewenst een kort advies: na een heftige gebeurtenis of in een moeilijke periode kan zo’n simpel (niet-declarabel;)) telefoontje veel verschil maken.

Veel hiervan is niet medisch noodzakelijk, maar wel humaan, en doe ik tussendoor en vaak onbetaald. Met veel plezier, leuke ervaringen en tevreden patiënten als beloning.

Met cleaner werken verdwijnt het menselijke uit de zorg. Juist deze extraatjes zijn belangrijk voor patiënten en besparen de zorg in zijn geheel en de maatschappij uiteindelijk veel tijd, geld en moeite omdat je hierdoor toekomstige problemen ondervangt en versnippering van zorg voorkomt.

En geen zorgen: voor de extra onderzoeken en behandelingen die ik inzet sluit ik braaf een nieuwe DBC af, want mijn afdeling moet natuurlijk niet het slachtoffer worden van de stiekeme barmhartigheid van hun productieneutrale zorgrobot. 

Ik moedig alle zorgverleners aan om – ook al is het druk – zelf de lichtpuntjes in je werk te creëren. Zo houden we de zorg leuk en menselijk, zowel voor onszelf als onze patiënten.

Je houd misschien ook van..

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *